Is de staat een goede rentmeester?
Naast familie- en bedrijfsmanagement is er ook staatsmanagement. Dit raakt ook ieder individu, want als de staat het niet goed doet, nemen de inspanningen om geld van burgers af te persen toe.
Laten we eens kijken hoe het de regeringen van de onafhankelijke Tsjechische Republiek sinds 1993 is vergaan. Dertig jaar is een behoorlijk lange tijd, waarin er zeker betere en slechtere jaren zijn geweest. Hoe kwamen deze perioden tot uiting in de staatsfinanciën?
De eerste grafiek toont de staatsbegroting. Van de 30 jaar zijn er 4 overschotten en 26 tekorten.
Vanuit partijoogpunt waren de overschotten van de rechtse en linkse regeringen minnelijk 2:2 verdeeld. Bij de achterstanden was het 12:14, dus ook bijna een wedstrijd.

De tamelijk gunstige trend van het terugdringen van de tekorten na 2003, die samenhing met de toetreding tot de EU, werd ernstig tot stilstand gebracht door de financiële crisis van 2009. Vervolgens daalden de tekorten in 2016 en 2018 opnieuw naar overschotten. Er was al een kentering in de neerwaartse trend voelbaar in 2019, en de covid-epidemie, of . de reactie daarop bracht ongekende tekorten met zich mee, waarvan de staatsbegroting tot op de dag van vandaag niet is hersteld.
In het algemeen kan gesteld worden dat de internationale situatie een grotere invloed heeft op de financiën dan de overheid, en dat er in deze grafiek geen periode van voorspoed te onderscheiden is. Het is meer een soort wankelen van crisis naar crisis.
Hoe de staat als geheel schulden heeft, kunt u zien in de volgende grafiek.

De totale staatsschuld (schuld van de overheid, gemeenten, …) groeit min of meer voortdurend, ongeacht het type overheid. Pas in vijf jaar tijd werd de schuld lichtjes verminderd.
Op de vraag wie, wanneer en hoe de schuld wordt afgelost, bestaat nog geen duidelijk antwoord. Preciezer gezegd: de schulden hoeven niet volledig op nul te worden gebracht, maar moeten op zijn minst worden gestabiliseerd op een niveau waarop het mogelijk is deze met inkomsten af te lossen. Bij constante groei kan er een situatie ontstaan waarin de schuld onbetaalbaar zal zijn, wat kan leiden tot een situatie waarin niemand gevonden kan worden die geld wil lenen aan een dergelijke entiteit met schulden. Natuurlijk kun je altijd je toevlucht nemen tot een of andere vorm van “uit-aanzetten”, maar waarschijnlijk wil niemand met de juiste geest dat.
De overheidsconsumptie maakt deel uit van het bbp. Hebben de overheidsuitgaven op enigerlei wijze bijgedragen aan ons welzijn? Op het eerste gezicht wekt de volgende grafiek optimisme. Het reële bbp (dat wil zeggen de jaarlijkse prestaties van de economie) groeit nog steeds.

Maar een tweede blik zal aantonen dat de trend van de bbp-groei stagneert of lichtjes afneemt, als we de ‘kleine rimpelingen’ negeren. De conclusie is daarom duidelijk: er zijn steeds meer schuldenlasten nodig voor één kroon van de bbp-groei.